Opening Vrijdenkersfestival
Morgen is het 20 jaar geleden dat Amsterdam samenkwam op de Dam.
Om lawaai te maken.
De één woedend, de ander verdrietig of angstig.
Bij velen overheerste nog het ongeloof.
Tot burgemeester Cohen de onontkoombare werkelijkheid verwoorde:
‘Er is vandaag een Amsterdammer vermoord.’
2 November 2004 was één van de verschrikkelijkste dagen uit de na-oorlogse geschiedenis van onze stad. Onze vrije vreedzame samenleving bleek niet vanzelfsprekend. Ik besloot die avond, tussen de duizenden mensen op de Dam, dat ik me meer voor die samenleving wilde inzetten.
Ik verliet het bedrijf waar ik sinds kort werkte en keerde terug naar de universiteit. En werd actiever voor de PvdA.
En terwijl ik dit zeg hoor ik Van Gogh al roepen dat vooral dat laatste wat hem betreft niet had gehoeven.
Ik heb Theo nooit persoonlijk ontmoet, maar sinds ik deze zomer zijn magistrale biografie van Jaap Cohen las, hoor ik hem wel vaker in gedachten in mijn oor toeteren.
Theo van Gogh had een enorme werklust, hij deed zo ongelooflijk veel. Samen met Ayaan Hirsi Ali stelde hij misstanden binnen de islam aan de kaak, zoals onderdrukking en verminking van vrouwen. Hij hield van het vrije debat dat onmisbaar is voor onze open samenleving. Hij wilde bekrompenheid en hypocrisie ontmaskeren.
Maar ik vrees dat de manier waarop hij de islam aanviel ook bijdroeg aan een onvrij klimaat waarin moslims worden gediscrimineerd. Dat moslima’s, net als alle vrouwen, vaak zelf kiezen hoe zij zich kleden, dat vond hij maar moeilijk te geloven.
Daarin was hij bijna net zo dogmatisch als de fundamentalisten die hij zei te bestrijden.
Ik hoor Theo nu ook weer luid protesteren.
‘Ik beledig juist iedereen.’ zou hij hebben tegen geworpen.
Inderdaad. Hoeveel Joden heeft hij niet tot in het diepst van hun ziel gekwetst met nare holocaustgrappen? Hij schopte hard tegen symbolen en tradities van welke religie dan ook. En hij strooide met seksistische en homofobe scheldwoorden.
Dat vroeg en vraagt nog steeds om een weerwoord, maar niet om censuur en nooit, nooit om geweld.
Theo werd vermoord vanwege zijn idee van vrijheid. Al klinkt vermoord mij achteraf bijna te gewoon. Het was een overtreffende trap van moord. Een rituele slachting noemt biograaf Jaap het. Een terreurdaad van een fundamentalist die zichzelf had benoemd tot het werktuig van zijn god.
Met als doel, om niet alleen Theo van Gogh het zwijgen op te leggen, maar om heel Nederland de mond te snoeren.
Vier jaar geleden werd de Franse leraar Samuel Paty vermoord omdat hij cartoons van de profeet Mohammed in zijn les had getoond.
Na een fel debat in de gemeenteraad werd het college opgeroepen (door Diederik Boomsma) om stadsgesprekken te organiseren over vrijheid van meningsuiting en vrijheid van religie.
Al snel ontstond een samenwerking met De Balie.
Sindsdien vindt ieder jaar, mede in het kader van het aankomend 750 jarig bestaan van de stad, het vrijdenkersfestival plaats.
Een festival dat niet alleen Amsterdamse vrijdenkers, maar ook veel internationale vrijdenkers, kunstenaars, journalisten en activisten een podium heeft gegeven.
Dat de stad van Spinoza haar 750ste verjaardag zou vieren zonder vrijdenkers te eren is ondenkbaar.
En opnieuw hoor ik Theo roepen:
‘Amsterdam de stad van vrijdenkers? Al lang niet meer. Door multiculti theedrinkers zoals jij.’
Hij zou er natuurlijk nog veel scherpere woorden aan wijden, maar ik wil ook het gras voor de voeten van Annabel Nanninga, die straks een column gaat voorlezen, niet wegmaaien.
In 1988 sprak Van Gogh op een bijeenkomst over ‘Amsterdams cultureel onbehagen’.
Hij zei: ‘Vrijheid van meningsuiting is een groot goed dat bij de kerkbode van de vrome pastorie van links vooral in daverend kuddeverband wordt gegoten.’
Een heerlijke, typische Theo van Gogh-zin.
Zelf zie ik zulke uitspraken als een aansporing.
Om vrijheid te blijven omarmen.
Progressieve mensen hebben dit thema een beetje teveel links laat liggen.
Teveel aan rechts over gelaten. Waardoor een negatief, individualistisch begip van vrijheid dominant is geworden. Vrijheid van in plaats van vrijheid voor.
Vrijheid moet namelijk meer betekenen dan de afwezigheid van overheidsbemoeienis.
Vrijheid moet meer betekenen dan alleen het recht om alles te zeggen wat we willen.
En vrijheid moet vooral meer betekenen dan alleen vrijheid voor onszelf alleen.
Vrijheid van meningsuiting is essentieel een in een democratische rechtstaat. De heersende mening moet altijd uitgedaagd en betwist kunnen worden. De grens ligt waar je een ander bedreigt. Demonstratievrijheid is een grondrecht. Noodzakelijk om juist minder dominante stemmen de ruimte te geven. Bijkans heilig zoals Eberhard van der Laan dit recht ooit noemde. En alleen te beperken als de openbare orde echt in gevaar komt.
De laatste tijd horen we weleens oproepen om het demonstratierecht in te perken. En het valt op dat daar ook partijen aan meedoen die vroeger vrijdenkersruimten in de Tweede Kamer inrichtten.
En ook door aanhangers van Voltaire’s vermeende adagium: ‘ik verafschuw uw mening, maar ik zal uw recht om die te uiten met mijn leven verdedigen.’
Als ik dit hoor, denk ik ‘wordt de vrijheid hiermee echt gediend’? Vrijheid is namelijk pas echt vrijheid als die voor iedereen geldt. En als de vrijheid van de een niet ten koste gaat van de ander. Discriminatie kan nooit het antwoord zijn op discriminatie. Haat niet het antwoord op haat. Alle vormen van discriminatie en uitsluiting, of het nou gaat om antisemitisme, homohaat, moslimdiscriminatie of seksisme, bedreigen al onze vrijheden.
Uiteindelijk moeten we de vraag stellen wat we bereid zijn om te geven voor de vrijheid van een ander.
Omdat we vrijer zijn als we vrijheid ook aan een ander gunnen.
Want de vrijheid van de ander is tegelijk een waarborg voor je eigen vrijheid.
Beste mensen,
Morgen is het 20 jaar geleden dat de Amsterdammer en vrijdenker Theo van Gogh werd vermoord om zijn mening.
Een van de meeste trieste dagen in de Amsterdamse geschiedenis.
Onze stad staat aan het begin van een viering waarin we terugkijken op 750 jaar Amsterdam.
We willen ook hardop dromen over onze toekomst.
In die toekomst nemen we de nalatenschap van Theo van Gogh mee:
Het ideaal dat er in Amsterdam altijd ruimte moet zijn voor mensen die provoceren, choqueren en de macht uitdagen.
Ook als dat mensen kwetst.
Juist in Amsterdam, stad van de vrijheid, moeten we ons sterk blijven maken voor publieke ruimte om in vrijheid sterk van mening te kunnen en mogen verschillen. Tegen de stroom in. Vanuit het vertrouwen dat debat en ideeënstrijd ons uiteindelijk altijd beter maken.
En het besef dat onze vrijheden niet vanzelfsprekend zijn; dat we die altijd moeten koesteren en beschermen en ervoor strijden wanneer nodig. Voor iedereen.
Er zijn slechtere voornemens om het de viering van de 750ste verjaardag van Amsterdam mee te beginnen.
Dank u wel.
*gesproken woord geldt