Beste Sara…
Sara schreef een brief aan mij in het Parool. Op zaterdag 23 november stuurde ik haar een brief terug.
Beste Sara,
Je schrijft in je brief hoe je wakker ligt van de spanning en polarisatie in onze stad. En dat je je zorgen maakt hoe die vanuit politiek Den Haag worden aangewakkerd. Ik deel je zorgen over wat dit doet met onze leerlingen, ouders en onderwijspersoneel. Scholen zijn minisamenlevingen. Dat betekent dat alles wat buiten de school gebeurt ook binnen de school wordt gevoeld. Dit is precies de reden dat ik in het weekend na de nacht van 7 november vond dat ik een brief moest schrijven aan alle scholen. Ook heb ik veel gesprekken gevoerd met leerlingen op scholen en met leraren en schoolbestuurders. Om jullie een hart onder de riem te steken en te laten weten dat ik jullie steun. Als er spanningen zijn in de samenleving is het belangrijk dat we elkaar opzoeken om escalatie te voorkomen.
En waar kan je dat beter leren dan in de klas? Juist op school kan je leren hoe je, als er verschillende meningen en emoties zijn, respectvol het gesprek kan voeren. En dat je niet hoeft te kiezen. Moslimhaat en antisemitisme zijn even verfoeilijk, net als elke andere vorm van discriminatie of uitsluiting. Niets kan dat vergoelijken. De pijn en wanhoop die velen voelen over de onschuldige slachtoffers van Israëlische oorlogsmisdaden in Gaza. De afschuw over de terreurdaad van Hamas op 7 oktober. Het een sluit het ander niet uit.
Het bij elkaar houden van de samenleving, tegen de stroom van polarisatie in, is hard werken. De mensen in onze Amsterdamse scholen, die daar dag in dag uit hun best voor doen, verdienen onze waardering en steun.
Bij de brief die ik de scholen daarom stuurde, zat ook een bijlage met een overzicht van wat Amsterdam al jarenlang gratis aanbiedt ter ondersteuning van burgerschapsonderwijs (Amsterdammerschap). Dit aanbod varieert van lessen over het slavernijverleden, onze migratiegeschiedenis, tot ondersteuning bij het vormgeven van lessen over seksuele diversiteit. Het bevat een leergang over hoe racisme, ongelijkheid en discriminatie in de onderwijspraktijk kan worden herkend en tegengegaan. En vanzelfsprekend bieden we ook holocausteducatie. De geschiedenis van Amsterdam leert ons tot welke gruwelijkheden haat en ontmenselijking kunnen leiden. En toont daarmee de noodzaak om discriminatie altijd te blijven bestrijden. “Als we niet leren van de Holocaust, dan is elke minderheid, waaronder ik, nog steeds in gevaar”, zei een Amsterdamse schoolbestuurder ooit tegen mij.
Uit jouw brief begrijp ik dat de bijlage bij jou een nare nasmaak naliet. Je schrijft: ‘Het voelt door een onevenredige druk op Holocausteducatie alsof onze leerlingen vooral moeten werken aan ‘beter integreren’, zoals de regering dat zo graag wil’. Het is een reactie die ik meer heb gehoord tijdens gesprekken afgelopen week en die ik even op me heb moeten laten inwerken. Want, zo dacht ik, hoe kan leren van historische feiten als onevenredig worden gezien? 80% van de Joodse Amsterdammers werd vermoord in de Tweede Wereldoorlog. De pijn, ontreddering en angst voelt de Joodse gemeenschap tot de dag van vandaag. We moeten allemaal leren hoe dit heeft kunnen gebeuren, om het nooit meer te laten gebeuren.
Ook jij geeft aan dat je Holocausteducatie uiteraard belangrijk vindt. Dus hoe kon dit aanbod nou verkeerd vallen? En toen begreep ik dat polarisatie ook hier zijn werk had gedaan. De dag nadat wij de brief aan scholen hadden gestuurd, deed staatssecretaris Nobel de kwalijke en kwetsende uitspraak dat een groot deel van de Islamitische jongeren de Nederlandse normen en waarden niet zou onderschrijven. En premier Schoof zei vervolgens dat Nederland een 'integratieprobleem' heeft. Het zijn ongefundeerde, discriminerende uitspraken die heel veel Nederlanders opnieuw de pijnlijke boodschap meegeven dat ze niet onvoorwaardelijk worden geaccepteerd. Het zijn uitspraken die mensen opnieuw verdelen in wij en zij. Het zijn uitspraken die haaks staan op waar het programma Amsterdammerschap voor staat: verbondenheid, dialoog, rechtvaardigheid en gelijkwaaardigheid.
Amsterdammerschap gaat niet over integratie. Het gaat over samenleven. Over leren van (historische) feiten om in deze tijd discriminatie en racisme tegen te gaan. Over leren van elkaars perspectief. Het leert ons om ons in elkaar te verplaatsen en ruimte te maken voor de meningen en emoties van een ander, ook als je het daar niet mee eens bent. Het leert ons te verbinden in plaats van te verdelen. Het leert ons dat we moeten blijven luisteren en blijven leren van de ervaringen van anderen. Lessen die in de Haagse politiek ook niet zouden misstaan.
Beste Sara en alle anderen die mij deze week hebben aangesproken: Dank dat jullie de dialoog aangaan. Ik leer van jullie om het beter te doen. Elke dag weer. En dank voor al jullie werk voor de toekomstkansen van alle Amsterdamse kinderen. Ze zijn mij allemaal even lief.